Veenweide tuin
Landschap als basis
Langs een oud boerenlint in een veenweidegebied, wordt een passiefhuis gebouwd. Het oude landelijke karakter is nog terug te vinden in overblijfselen als een sloot, groene doorkijkjes tussen de huizen en knotwilgen langs de weg. Het gebied heeft een unieke uitstraling door de wijze waarop het is verkaveld. De invulling van de kavels is divers en dit levert een levendig straatbeeld op. Een erg leuke uitgangssituatie vinden wij het slotenpatroon op de kavel met drie sloten: twee sloten voor en achter de kavel en een slootje in het midden dat de kavel indeelt in een woonkavel en een overtuin. De groenstrook met fietspad aan de overkant van de sloot achter het huis draagt bij aan dit landelijke gevoel, ondanks de nieuwbouw op de achtergrond. Samen met de overtuin is het een buffer tussen het woongedeelte en de stad op de achtergrond.
Wat betekenen deze uitgangspunten nu voor de inrichting van de tuin.
Concept opbouw tuin
De basis voor de tuin is de bodem en deze ligt vlak boven het waterpeil. In deze venige situatie willen we niet teveel roeren en ophogen. In een natuurlijke ontwerpvariant zoeken we naar beplantingssoorten die daar bij horen en goed kunnen gedijen in de natte situatie. Een goede basis voor gebiedseigen natuur (beplanting, insecten & amfibieën). In een meer cultuurlijke ontwerpvariant met stroken vaste planten houden wij ook rekening met de natte situatie en zal de gebiedseigen natuur vooral voorkomen in plasbermen langs de slootkanten.
In deze groene setting worden een aantal verblijfsplekken gemaakt (een voorplein, een terras aan woning en een achterterras met een kas). Deze worden uitgevoerd als betonnen dekken die als het ware boven de grond zweven om droge voeten te behouden. Alles wordt verbonden door een aantal paden door het ‘tuin-landschap’ die, als je je door de tuin beweegt, verschillende ruimtebelevingen en zichten oplevert.
De invulling van de beplantingsvakken bestaat eigenlijk uit een drietal types (Oevers, Ruigtes & Cultuurlijke beplanting). De eerste twee meer in de natuurlijke ontwerpvarianten dan in de cultuurlijke ontwerpvariant. De oeverbeplanting gaat waar het kan over in bloemige ruigtes en op enkele plekken worden meer gesierde planten toegepast, bijv. potten op de terrassen, bloemenborders op zichtplekken en hagen als mooie groene achterwanden. Bij de kas komt een moes- & kruidentuin. Op enkele slimme plekken staan bomen en struiken die bijdragen aan de variatie in ruimtes en zichten in de tuin en zo dat ze niet teveel schaduw bezorgen op de terrassen en/of kas. Nabij de waterzijde worden knotwilgen gebruikt en aan de zijde van de kas Cornus Mas (gele kornoelje) en Amelancier lamarckii (krentenboompje).
De woning staat als het ware met zijn voeten in de beplanting en een gedeelte van de daken wordt aangekleed met een Sedumdak. Hiermee til je als het ware het landschap op en ontstaat er weer een ander soort leefomgeving voor flora & fauna. Op de bodem heb je een drassige leefomgeving en op het dak een droge.
Beeld vanaf het boeren lint
Het water aan de voorzijde werken we af met een mooie natuurlijke begroeiing die refereert aan een boerensloot. Dit sluit mooi aan op de knotwilgen langs het boerenlint en de sloot. De beplanting direct rondom de woning en de terrassen is cultuurlijk Doordat de woning los op de kavel staat is er een doorzicht naar de achterzijde. Zo heb je zicht op de natuurlijk afgewerkte tussensloot en de aangrenzende grazige begroeiing. Op de achtergrond, achter de kas, zie je de begroeiing van hoge bomen langs het daar gelegen fietspad.